naar hoofdtekst gaan

De verbindingsmodus wijzigen

U kunt de verbindingsmodus op de printer wijzigen.

Wanneer u de printer voor het eerst verbindt, moet u de printer installeren. Keer terug naar de toepassingssoftware en installeer de printer.

  1. Volg de instructies van de verbindingsmodus die u wilt wijzigen en ga door met de instelling.

    Als u Draadloos direct wilt inschakelen, is SSID/wachtwoord (netwerksleutel) vereist.
    De standaard-SSID is de printernaam en het standaardwachtwoord is het serienummer van de printer. U vindt dit nummer op de achterkant van de printer of op de garantie.

    Als de SSID of het wachtwoord niet bekend is, drukt u de netwerkconfiguratiepagina af en controleert u het veld SSID/wachtwoord.

    • De netwerkconfiguratiepagina afdrukken

      Druk op de knop Informatie (Information) op de printer.

      De netwerkconfiguratiepagina met een PIN-code wordt afgedrukt.

    Druk op de knop Draadloos selecteren (Wireless select) op de printer totdat het volgende scherm wordt weergegeven.

    afbeelding: Op de knop Wireless select drukken

    Wanneer u Wi-Fi en Draadloos direct inschakelt

    afbeelding: Wi-Fi en Draadloos direct inschakelen

    Wanneer u alleen Wi-Fi inschakelt

    afbeelding: Alleen Wi-Fi inschakelen

    Wanneer u alleen Draadloos direct inschakelt

    afbeelding: Alleen Draadloos direct inschakelen

    Wanneer u Wi-Fi en Draadloos direct uitschakelt

    afbeelding: Wi-Fi en Draadloos direct uitschakelen
  2. Controleer de SSID en het wachtwoord (netwerksleutel) en ga daarna verder met de instelling in het scherm met Wi-Fi-instellingen op het apparaat (zoals een computer).

Wanneer u de instellingen voor Directe verbinding wijzigt

  1. Houd de knop Draadloos verbinden (Wireless connect) op de printer ingedrukt en laat de knop los wanneer het pictogram Direct knippert.

    afbeelding: De knop Draadloos verbinden ingedrukt houden en het pictogram Direct knippert
  2. Controleer of pictogram Netwerkstatus en twee horizontale balken knipperen, zoals in de illustratie hieronder.

    afbeelding: Het pictogram Netwerkstatus en de onderste twee horizontale balken knipperen

    De functie Eenv. draadloos verbinden wordt ingeschakeld.
    Wijzig de instellingen voor Draadloos direct met de functie Eenv. draadloos verbinden.

  3. Keer terug naar de toepassingssoftware en ga door met de instelling.